In 1930 bezocht Eysselinck op zijn huwelijksreis de Weissenhofsiedlung in Stuttgart. Ze maakten er kennis met de Citrohanwoning van Le Corbusier. Qua functionele invulling lijkt de woning Peeters, waar Eysselinck begin 1932 de opdracht voor kreeg, bijna helemaal een kopie van die woning: op de begane grond pilotis en dienstlokalen; op de eerste verdieping een dubbelhoge living, een inkom, een eethoek en een keuken met berging; op de tweede verdieping het bureau, dat uitziet op de living, en een ruimte met bad- en slaapkamer; op de derde verdieping een dakterras en twee kinderkamers. Hou er wel rekening mee dat het plan van Eysselinck gespiegeld is t.o.v. dat van Le Corbusier. De trappen van de verdiepingen zijn steektrappen die in elkaars verlengde liggen. Ook het balkon op de eerste verdieping, dat de plaats van die trappen aanduidt, haalde Eysselinck van de Citrohanwoning. In het eerste ontwerp van Eysselinck – de bouwaanvraag – is de vorm en de plaats van de wc’s op de tweede en de derde verdieping en de vorm van de wc-ramen in de achtergevel gelijkaardig aan de woning van Le Corbusier.
