Bij de vergelijking van de woning Janssens van architect Léon Stynen, gelegen aan de Ruytenbergstraat 29 te Berchem (1936) met het huis Peeters vallen de gelijkenissen op: hoekwoningen, gedeeltelijk op pilotis, van vier bouwlagen met een plat dak. Ze zijn ook allebei modernistisch. Maar ze spreken een andere taal. Stynens woning is monumentaler en ambachtelijker door het tonen van de materialen en door de verspringingen in de diepte. Bij Eysselinck lijken de samenstellende vlakken gewichtloos.
De verhouding gevoel/verstand wijzigde sterk in de loop van de jaren 1920. Als Stynen de rede nastreefde, komt deze uit de schoonheid – ‘Schoonheid en Kracht geven toegang tot de WIJSHEID’ – en niet andersom, zoals bij de acht jaar jongere Gaston Eysselinck – ‘Architectuur […] is harmonische, klassieke, onvergankelijke schoonheid, schoonheid gesteund op Wetenschap’ –